In Berlijn ontdekte Wald dat vitamine A een belangrijk onderdeel is van het netvlies, met name in de pigmenten in de staven en kegels van het netvlies. Hij vervolgde zijn onderzoek aan Harvard en vond een pigment genaamd rhodopsin in de staven (de cellen in het netvlies die nachtzicht mogelijk maken). Wald vond dat rodopsine was samengesteld uit een kleurloos eiwit dat opsin genoemd werd en een gele substantie genaamd retineen, wat een vorm van vitamine A bleek te zijn. Wanneer gestimuleerd door licht, breekt het rodopsinemolecuul uiteen in zijn twee componenten en wordt het retineen vitamine A. Duisternis keert dat proces om en de componenten recombineren tot rodopsine. Deze biochemische veranderingen activeren elektrische activiteit die de retinale en optische zenuwen stimuleert, resulterend in zicht. Verder onderzoek toonde aan dat pigmenten in de kegels van het netvlies, ook gerelateerd aan vitamine A, verantwoordelijk zijn voor het kleurenzien en een gebrek aan die pigmenten resulteert in kleurenblindheid.
Wald ontving ook de Albert en Mary Lasker Award van de American Public Health Association in 1953, de Rumford Premium van de American Academy of Arts and Sciences in 1959, en de Joseph Priestley Award in 1970.
George wald is een beroemde amerikaanse bioloog. Lees meer over george wald op WordsSideKick.com.